Een visser en zijn vrouw wonen in een po aan de zee. Op een dag vangt de visser een bot die vertelt een betoverde prins te zijn. Deze vraagt de visser om hem weer vrij te laten in ruil voor een wens. De visser laat de vis vrij maar doet geen wens. Zijn vrouw vindt dat hij best een hutje had kunnen wensen en stuurt hem terug. Hij gaat naar de zee en roept de vis. Als de vis komt zegt de visser dat zijn vrouw een wens heeft en in een hutje wil wonen in plaats van een po. De wens wordt vervuld. Maar de vrouw is al snel niet meer tevreden en vindt dat de vis haar ook wel een groot kasteel kan geven. De visser vraagt het de vis en de wens wordt vervuld. De vrouw wil nu koningin worden en ook deze wens vervult de vis. Dan wil de vrouw keizerin worden, als de man terugkomt is de wens vervuld.

Vervolgens eist de vrouw paus te worden gemaakt. De visser gaat naar zee, hij roept de vis en vertelt wat zijn vrouw wil. Als hij terug naar huis gaat ziet hij een grote kerk omringd door paleizen. Maar als de vrouw wakker wordt, wil ze God worden en de macht hebben om zon en maan te laten verschijnen. De man wordt gedwongen opnieuw naar de zee te gaan. De vis zegt de man terug naar huis te gaan, zijn vrouw zit opnieuw in de po en ze zijn weer net zo arm als in het begin.

De boodschap achter dit sprookje is zeer eenvoudig: hoogmoed komt voor de val.

De kostuums zijn een opeenvolging van de verschillende wensen van de vrouw en worden steeds hoogmoediger. Er werd met jutte gewerkt om de armoede te benadrukken. De korsetten zijn op een mal gevormd met stukjes katoen die later werden geverfd. De kostuums zijn zo gemaakt dat ze op de scène kunnen worden aangepast.

Albums

Topje Buikdans